stijlen en stromingen
GRIEKENLAND - Oud-Griekse kunst
De kunst van het oude Griekenland was en is een enorme invloed op de cultuur van vele landen van oude tijden tot het heden, in het bijzonder op het gebied van beeldhouwwerk en architectuur. In het Westen werd de kunst van het Romeinse Rijk grotendeels afgeleid uit Griekse modellen. Vanaf de Renaissance inspireerde de humanistische esthetiek en het hoge technische niveau van de Griekse kunst generaties van Europese kunstenaars. Tot ver in de 19e eeuw overheerste deze klassieke traditie de kunst van de westerse wereld.
Romeinse kunst
De Romeinse kunst is de visuele kunst die geproduceerd werd in het antieke Rome en binnen de grenzen van het Imperium Romanum. De voornaamste vormen van Romeinse kunst zijn de architectuur, de schilderkunst, het beeldhouwen en het maken van mozaïeken.
De Romeinse kunst is vanaf het ontstaan van Rome beïnvloed door zowel de Etruskische als de Griekse cultuur
Byzantijnse kunst
Byzantijnse kunst verwijst naar de kunst van het Byzantijnse Rijk van de 4e tot de 13e eeuw. In de ruim duizend jaar dat deze kunstvorm zich ontwikkelde, laat het een samensmelting zien van Oud-Griekse en Romeinse kunst gecombineerd met oosterse invloeden
byzantijns mozaiek
Romaanse kunst
De benaming romaanse kunst verwijst naar de kunststroming die tussen ongeveer 1000 en 1200 dominant was in West-Europa. In de beeldhouwkunst en in de schilderkunst is de romaanse stijl kenmerkend als overgangtussende Byzantijnse kunst en de gotiek.
Gotiek
De gotiek is de naam voor een laatmiddeleeuwse stijl toegepast in de periode 1140 - 1500 in de beeldende kunsten en de architectuur, die vooral aanwezig is in kerkgebouwen
De gotiek wordt gezien als de eerste echt vernieuwende stijl sinds de val van het Romeinse Rijk. De term gotiek werd voor het eerst vernoemd in 1550, in het werk "Le vite de piu eccellenti Architetti" van de bouwmeester Giorgio Vasari. Deze benoemde de stijl als "Stile Gotico". Er waren grote regionale verschillen met een duidelijke chronologische ontwikkeling. Ondanks deze verschillen zijn er ook gemeenschappelijke kenmerken. De belangrijkste eigenschappen van de gotiek zijn de 'drang naar verticaliteit' en naar 'licht'. Dat licht werd binnengehaald door hoge vensters en grote roosvensters. Gebouwen werden steeds hoger en daardoor ogenschijnlijk smaller. In de beeldhouwkunst en schilderkunst zien we langgerekte figuren zowel in de uitbeelding van menselijke figuren als in de weergave van decoratie elementen.
de renaissance
(1450-1600)
De renaissance (letterlijk: wedergeboorte) is een overgangsperiode in de Europese geschiedenis tussen middeleeuwen en nieuwe tijd die gekenmerkt wordt door een op de klassieke oudheid geïnspireerde bloei van kunsten en letteren. Belangrijke ontwikkelingen in deze periode waren onder meer de teloorgang van het feodale stelsel, de ontdekking van nieuwe continenten, het copernicaanse stelsel in de astronomie en de uitvinding of introductie in Europa van drukpers, papier, kompas en buskruit. De Italiaanse humanisten die de term renaissance introduceerden, meenden dat na een periode van verval, de middeleeuwen, een nieuwe gouden eeuw was aangebroken, die niets minder was dan een 'wedergeboorte' van de verworvenheden van de klassieke oudheid. De Renaissance begon in Italië in de veertiende eeuw en verspreidde zich in de volgende eeuwen over de rest van Europa.
Maak jouw eigen website met JouwWeb